Boomhofkerk

Boomhofstraat 5
7783 AN Gramsbergen
(0524) 56 22 53
Koster:
Mevr. Sina Veldsink-van den Berg

Historie

De eerste vermelding van een kerk te ‘Grammesberghe’ dateert uit 1383. Deze was gewijd aan de heilige Bonifatius, de apostel der Germanen, die in 754 na Chr. bij Dokkum door de – heidense – Friezen om het leven werd gebracht. Pas tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) werd de Rooms-Katholieke pastoor de wacht aangezegd en werden de erediensten protestants. De eerste hervormde predikant, Jodocus von Bülow, werd in 1608 benoemd.
Gramsbergen (dat in 1442 stadsrechten kreeg) lag op de weg naar de vesting Coevorden en is daarom meerdere keren door oorlogshandelingen verwoest. De laatste maal gebeurde dit in 1673 door de be­ruchte Bommen Berend, de bisschop van Münster. Ook brand eiste zijn tol: in 1517 en 1530 gingen de kerk en omringende gebouwen in vlammen op.
In 1878 werd de nog grotendeels middeleeuwse kerk vervangen door een gebouw ontworpen door de gebroeders Koch, architecten te Zwolle. De huidige toren stamt uit 1776 en is dus ouder dan de kerk. In de toren zijn gotische elementen verwerkt, die naar alle waarschijnlijkheid van een eerdere toren af­komstig zijn.
De fraai gerestaureerde boerderij tegenover de ingang aan de oostzijde diende vroeger als pastorie­boerderij. De eerste predikanten hielden voor hun levensonderhoud namelijk ook vee. Naast deze boerderij staat de huidige pastorie, die in 1959 gebouwd werd.

005 Boomhofkerk vanaf Meiboomplein.jpg

Het kerkgebouw is eigendom van de Protestantse Gemeente Gramsbergen, de toren van de burgerlijke gemeente Hardenberg, waar Gramsbergen sinds 2000 onder valt. Deze scheiding stamt uit de tijd van Napoleon, die vond dat kerktorens met hun militaire potentieel (uitkijkpost!) onder het wereldse gezag moesten vallen.
De kerk heeft geen monumentale status. De toren is een rijksmonument, evenals de ‘hekpijlers’ halver­wege de Boomhofstraat. Dit zijn de laatste overblijfselen van het kasteel van de Heren van Gramsbergen, dat in 1822 werd afgebroken. De afgesleten grafstenen van heer Statius van Aeswijn (†1607) en zijn echt­genote Anna van Wachtendonk zijn nog zichtbaar in de kerk, vóór de preekstoel. In 1948 werden in een grafkelder onder de vloer van de kerk schedels en botten gevonden van een andere Heer en Vrouwe van Gramsbergen. Hun namen stonden vermeld op een wandtegel.

Wellicht hadden de Heren ook invloed op de bouw van de kerk en de toren: de toegangsdeur van de toren zit namelijk niet zoals gebruikelijk op de kopse kant (westzijde), maar aan de zijkant (noordzijde). Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de vroegere kasteelbewoners rechtstreeks toegang wilden hebben vanuit het kasteel.
De wereldse status van de toren blijkt ook uit het feit dat er onderin de toren jarenlang een cel zat voor dieven, dronkaards en ander gespuis. In de Tweede Wereldoorlog hield de bezetter er diverse keren mensen gevangen. In 1943 bevrijdden enkele Gramsbergers een onderduiker uit dit cachot.
Tijdens een werkbezoek aan de provincie Overijssel op 24 maart 1998, heeft koningin Beatrix Grams­bergen aangedaan. Daarbij heeft ze een bezoek gebracht aan de Boomhofkerk.

Inrichting en huidig gebruik

De Protestantse Gemeente Gramsbergen is in 2005 ontstaan uit een fusie van de toenmalige Hervormde Gemeente en de Gereformeerde Kerk. Sindsdien wordt De Vlaswiek gebruikt als vergader- en ont­moetingslocatie en de Boomhofkerk als plek voor de eredienst. In 2013 zijn drie videoschermen aangebracht voor het projecteren van de liturgie.
De inrichting van de kerk heeft meer veranderingen ondergaan. Zo zijn er in 1978 nieuwe kerkbanken gekomen die in rechte rijen staan opgesteld. De oudere banken stonden in het midden in een omge­keerde V-vorm en waren, volgens een ouder gemeentelid, “nog rechter van rug en dus harder dan nu.”

Kunstwerk

Theologe en beeldend kunstenaar Anne Marie van der Wilt maakte in april 2006 een kunstwerk dat aan de gevel tegenover de preekstoel hangt (rechtsboven op onderstaande foto). Het kunstwerk is geschonken door een gemeentelid dat anoniem wenste te blijven en is gebaseerd op het scheppingsverhaal uit Genesis 1.

006 Boomhofkerk Interieur 1.jpg

De twee zijpanelen zijn collages van glas, steen, hout, verf, klei en keramiek. Het middenpaneel is een glasraam bewerkt met glasappliqué. De mensfiguren uit hout onderaan het rechterpaneel hebben de schepping ontvangen en moeten er als ontvangers goed mee omgaan. Alle gegevens over het ontstaan van het kunstwerk en de kunstenaar zelf zijn te vinden op www.zin-in-kleur.nl.


Orgel

Het orgel is een tweeklaviers balustrade-orgel gebouwd door de firma Van Dam, met het bovenwerk boven het hoofdwerk geplaatst en – sinds de laatste restauratie – een vrij pedaal. Uit een bericht in de Kerkelijke Courant van 13 november 1897 blijkt dat het werd bekostigd met vrijwillige bijdragen van gemeenteleden en drie families van buiten de gemeente. In 1971 en 1994 is het ingrijpend gerestau­reerd. Dit laat-romantische instrument klinkt zangerig en minder uitgesproken dan een Barokorgel, zegt Gerrit Lennips, een van de vaste bespelers. Het is uitermate geschikt voor het begeleiden van de gemeentezang, vindt hij, ook omdat het dicht op de mensen  zit. Wel speelt het wat zwaar volgens Lennips, maar dat is een kenmerk van historische orgels. Zijn favoriete instrumenten zijn de fluiten en de cornet, die hij typerend vindt voor het Gramsberger orgel. Verder klinkt de trompet “zeer fatsoenlijk voor een fabrieksmatige trompet”.  Organisten die concerten gegeven hebben op dit orgel zijn allemaal enthousiast over de warme en bijzondere klank, zegt Harold Gossen, een van de andere vaste bespelers. Het orgel wordt jaarlijks onderhouden door de firma Reil uit Heerde.

Klok

De torenklok slaat elk uur en elk half uur, op de seconde nauwkeurig. Behalve als het mechaniek van slag is, wat weleens gebeurt. Dan weet je echt niet meer hoe laat het is als je alleen op je gehoor afgaat. Na twaalf uur ’s middags en na negen uur ’s avonds wordt de klok langer geluid. Het avondluiden staat be­kend als het ‘papluiden’: in vroeger dagen het sein dat de boeren, na hun avondpap, naar bed moesten om ’s morgens weer voor dag en dauw fris aan het werk te kunnen gaan.
De klok luidt soms ook om 10.00 uur ’s ochtends, om een overledene te gedenken.